Vaast Colson
Vaast Colson ziet zijn artistieke praktijk als “een omstandigheid die voornamelijk bestaat uit drie zich tot elkaar verhoudende elementen die elkaar voortdurend informeren en voeden.” Concreet bestaat deze wederkerende cyclus uit: ten eerste vooronderzoek, ontwikkeling en realisering, vervolgens het in de wereld zetten, tonen en publiceren, kortom distribueren en tot slot het documenteren en archiveren, de nazorg. Tijdens zijn residentie in het FLACC wil de kunstenaar zich toespitsen op het derde, tot op heden onderbelichte luik met name al het tot nu toe geaccumuleerde archiefmateriaal bestaande uit voorstudies, maquettes, bron- en documentatiemateriaal, reproducties en dergelijke. Dit deel van Colson’s praktijk bestrijkt intussen een periode van 20 jaar dat hij chronologisch wil herbezoeken.
Concreet wil de kunstenaar zijn archief als uitgangspunt gebruiken om zelf, maar ook in samenwerking met anderen, alle voorgaande projecten, werken en acties opnieuw te bekijken en verzorgen met het verwerven van nieuwe inzichten als inzet. De bevindingen kunnen mogelijks leiden tot nieuwe werken en tentoonstellingen maar ook publicaties, lezingen, video's en andere geschikte bemiddelingsvormen. Dit zal gebeuren door getuigenissen te formuleren en verzamelen, documentatie materiaal bijeen te brengen, reconstructies te maken enz... Qua getuigenissen denkt hij o.a. aan collega kunstenaars die betrokken waren bij tentoonstellingen, presentaties en producties. Alsook niet-kunstenaars: organisatoren, curatoren, galeriehouders en andere bemiddelaars, bezoekers, toeschouwers, klanten en verzamelaars. Colson kiest voor een gestructureerde aanpak, evenzeer wetenschappelijk dan pseudo-wetenschappelijk in de hoop zijn praktijk te kunnen verdiepen.