CJ Mahony
De kamer was gevuld met stenen.
Ze lagen bedekt met stof op een rij naast elkaar. Ze strekten zich over de hele omtrek van de kamer uit. Elk op hun plaats op een kleine richel.
De kamer stond vol met dozen met stenen gewikkeld in vetvrij papier, oude foto's en kranten.
De kamer stond vol oude meubels. De meubels waren gevuld met stenen. Ze vielen eruit wanneer je de kastdeur wilde openen.
De kamer was gevuld met kristallen, stenen en fossielen. Als ik zeg vol, dan bedoel ik dat er flink wat stenen was en dat in schril contrast stonden met de rest van de kamer.
De kamer bevond zich op de bovenste verdieping van een oud huis.
Het huis waarin de kamer gelegen was, was bedekt met stenen. Vuurstenen.
Het had vensters waar je pijlen uit kon schieten.
Irritant genoeg lijkt het vooral om dat huis te gaan.
Ik zal mijn tijd besteden aan het nadenken over het geheugen. Ik zal stenen maken. Ik zal ook denken aan ruimtes waar ik de rotsen zou in bewaren.